Het Nederlandse startup-ecosysteem is de afgelopen jaren sterk gegroeid. Ondanks deze snelle groei blijft diversiteit en inclusie achter in dit landschap. Vele onderzoeken hebben intussen aangetoond dat een divers personeelsbestand kan bijdragen aan meer winst, productiviteit en een positief imago. Het biedt toegang tot (top)talenten, klantgroepen en nieuwe markten. Voorwaarde om deze kansen te benutten is een inclusieve bedrijfscultuur waarin iedere medewerker zich erkend en thuis voelt. Iedereen heeft recht op gelijke kansen en behandeling; het streven naar een inclusieve arbeidsmarkt is een kwestie van ‘common sense’ en maatschappelijk verantwoord ondernemen.
Dat diversiteit en inclusie leiden tot een innovatief en succesvol ecosysteem is zoals gezegd meermaals bewezen. Zo toont onderzoek aan dat diversiteit de innovatieve kracht van bedrijven ten goede komt, leidt tot een betere benutting van de arbeidsmarkt en toegang biedt tot nieuwe markten. Bedrijven met een hoge mate van diversiteit zijn bovendien vaak winstgevender dan bedrijven die minder divers zijn. Ook tonen studies aan dat door vrouwen geleide startups meer kans van slagen hebben dan startups die alleen door mannen worden gerund, en dat diversiteit op de werkvloer innovatie stimuleert. Kortom, diversiteit leidt tot innovatie, en innovatie leidt tot meer meer banen en meer groei.
In het Nederlandse startup-ecosysteem valt nog grote winst te behalen op het gebied van diversiteit en inclusie. Dat betekent ook dat brede welvaart die door startups duurzaam kan worden gefaciliteerd, moeilijk van de grond komt. Door innovatie binnen (corporate ventures) of door bedrijven (startups en scale-ups) kan groei worden bevorderd, maar die moet dan wel wortels krijgen binnen verschillende groepen in de samenleving. Toegang tot zowel opleidingen als ondernemerschap en het stimuleren van inclusiviteit zijn de kern voor duurzaam maatschappelijk en economisch succes. De overheid kan én moet in een kaderstellende en stimulerende rol actief bijdragen aan het verbeteren van diversiteit en inclusie in brede zin binnen het startup-ecosysteem. Dit kan zij doen op twee manieren.
Ten eerste kan zij concrete ondersteuning bieden voor initiatieven zoals het vergroten van deelname en betrokkenheid van diversiteitsgroepen in bestaande bedrijven of startups. De overheid kan bijvoorbeeld concrete targets voor D&I stellen in fiscale maatregelen en overheidsfondsen, zoals bijvoorbeeld het Dutch Growth Co-investment Programme van Netherlands Investment Agency en het Europese Investment Fund. Ook kan het vereisten aan D&I opnemen in aanbestedingen en andere overheidsinstrumenten. Tot slot kan de overheid de hoeveelheid kapitaal voor kansrijke initiatieven vanuit de diverse doelgroepen vergroten door gerichte matching van kapitaal bij marktpartijen.
Daarnaast moet zij de overheid zich richten op het inzetten van onbenut talent in de samenleving voor het versterken van het ecosysteem voor startups, scale-ups en innovatie-trajecten binnen bedrijven. Zo kunnen deze groepen bijvoorbeeld worden ingezet bij opleidingen voor innovatieve en toekomstbestendige beroepen waar grote tekorten zijn of worden verwacht. Op deze manier gaat men het tekort aan goed opgeleid tech-personeel tegen en wordt de relatieve concurrentiekracht ten opzichte van andere landen versterkt.
De komende kabinetsperiode moeten deze vraagstukken worden aangepakt. De focus moet liggen op het bevorderen van de betrokkenheid van diverse groepen, alsmede de financiering van bedrijven die maatschappelijk relevante activiteiten ondernemen én diversiteit en inclusie hoog in het vaandel hebben staan. De overheid kan op deze manier de diversiteit en inclusie en dus de innovatieve kracht van het ecosysteem versterken. Daarmee draagt het bij aan een inclusievere arbeidsmarkt, vernieuwend ondernemerschap en brede welvaart in de samenleving.